- meegaan
- {{meegaan}}{{/term}}1 [vergezellen] go along/with, accompany ⇒ come along/with2 [volgen in denk/handelwijze] go (along) with ⇒ agree (with)3 [bruikbaar blijven] last♦voorbeelden:1 is er nog iemand die meegaat? • is anyone else coming/going?laat Peter met je meegaan • let Peter accompany/go with you2 meegaan met iemands zienswijze/voorstel • agree with someone's views/proposalmet de mode meegaan • keep up with (the) fashionik ga niet in alles met je mee • I don't agree with you in everythingtot zover kan ik met hem meegaan • I can agree/go along with him so far/up to this point3 een televisie gaat gemiddeld acht jaar mee • the average life of a television is eight yearsdit toestel gaat jaren mee • this machine will last for years
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.